Lesmethoden

Methodes

Bij de kleuters volgen we niet de methode op een chronologische manier. Ze zijn voor ons een bron van kennis en activiteiten waaruit we dagelijks putten.

  • Levend Water: bijbels onderwijs
  • Schatkist: woordenschat, mondeling taalgebruik, ontluikende geletterdheid en gecijferdheid, sociale en emotionele ontwikkeling.
  • Pluspunt: voorbereidend rekenen
  • Schrijven zonder pen: voorbereidend schrijven.
  • Bewegingsonderwijs in het speellokaal: gymnastiek en muziek
  • Kanjertraining en Kinderen en hun sociale talenten: sociaal-emotionele ontwikkeling

Daarnaast wordt door middel van een leesbevorderingsproject (Bas-project) vanuit het Gemeentelijk Onderwijs Achterstandenbeleid (GOA) de taalontwikkeling in groep 1 gestimuleerd.

Groep 3 t/m 8

Lezen

Na een fase van voorbereidende leesoefeningen in de kleutergroepen, wordt in groep 3 officieel met het leren lezen gestart. Hierbij maken we gebruik van de methode ‘Veilig Leren Lezen’. Voor het technisch lezen in groep 4 t/m 8 hanteren we diverse werkvormen, te weten: duolezen, stillezen, Tutorlezen en Ralfi-lezen. Voor voortgezet technisch lezen gebruiken we ‘Lekker lezen’. In de hogere leerjaren wordt, naast het technisch lezen, ook aandacht geschonken aan het begrijpend lezen. Hierbij werken we met de digitale methode ‘Nieuwsbegrip’. Digitaal, omdat we dan altijd gebruik kunnen maken van actuele teksten.

Om de ontwikkeling van het technisch lezen van de kinderen goed te volgen gebruiken we het ‘Protocol dyslexie’, waarbij de kinderen van groep 3 t/m 8 een aantal keren per jaar worden getoetst op hun technisch leesniveau. Deze toetsing gebeurt met behulp van onder andere 2 landelijk  genormeerde toetsen: de DMT-toets (Drie Minuten Toets) en de AVI-toets. In de groepen 4 t/m 8 worden ook de Cito- toetsen Begrijpend Lezen afgenomen om het niveau van het kind goed te kunnen bepalen. Aan de hand van alle toetsresultaten wordt bepaald welke kinderen extra begeleiding nodig hebben en met welke lesstof verder gewerkt moet worden.

Schrijven

Het doel van ons schrijfonderwijs is de kinderen een duidelijk, leesbaar handschrift aan te leren. Het schrijfonderwijs op onze school begint al in de groepen 1 en 2 met het aanleren van een correcte potlood- hantering en voorbereidende schrijfoefeningen. In de groepen 3, 4 en 5 wordt het schrijven van kleine letters, hoofdletters, woorden, leestekens en cijfers getraind. Daarbij wordt op de goede zit- en schrijf- houding gelet. In de groepen 6, 7 en 8 wordt het schrijfonderwijs uitgebreid met creatief schrijven. We gebruiken hiervoor de methode ‘Schrijven leer je zo’. In deze methode wordt gekozen voor het blokschrift.

Taal

Voor het taalonderwijs starten we in september in groep 4 t/m 8 met de nieuwe methode ‘Taal op Maat’. Deze nieuwe methode voldoet aan onze wensen, zowel qua didactische aanpak, als qua inhoud. De methode behandelt lesstof op basis van kennismaken, begrijpen en oefenen. Daarbij staan directe en verlengde instructie centraal. Lessen, toetsen, evaluatie en remediëring sluiten goed op elkaar aan. Inhoudelijk omvat het taalprogramma vier taaldomeinen: 1. Woordenschat: woorden leren, gebruiken en onthouden. 2. Kijk op taal: klanken, woorden, zinnen en taalgebruik. 3. Luisteren en spreken: luistervaardig- heid, sociaal-communicatieve vaardigheden, gevarieerde woordenschat gebruiken, presentaties, non verbale communicatie. En 4. Schrijven: goed en mooi formuleren, creatief schrijven, het schrijven van zakelijke brieven, fictie-teksten, informatieve teksten, instructies en betogende teksten. Voor Spelling hebben we bijbehorende programma Spelling op Maat aangeschaft. De opbouw van de lessen verloopt volgens het directe-instructiemodel. Eerst herhalen leerlingen met een 5-woordendictee eerder behandelde spelling- categorieën, waarna de nieuwe categorie wordt geïntroduceerd en geïnstrueerd. Er wordt gezamenlijk en in duo’s geoefend, waarbij zwakke spellers extra aandacht kunnen krijgen. De werkwoordspelling komt in de leerjaren 5 tot en met 8 uitgebreid aan bod.

Rekenen

Met het rekenonderwijs werken we met de methode ‘Pluspunt’.

In de groepen 1 en 2 wordt er ook al ‘gerekend’. Allerlei rekenbegrippen komen op een speelse manier aan de orde. Na deze voorbereiding beginnen de kinderen in groep 3 met eenvoudig optellen en aftrekken. In groep 4 worden de tafels geleerd. Vanaf groep 5 wordt de leerstof steeds verder uitgebreid. Zo komt er vanaf deze groep ook het aparte cijfergedeelte bij. Daarnaast krijgt hoofdrekenen veel aandacht. Ook voor rekenen hanteren we een leerlingvolgsysteem door het twee keer per jaar afnemen van de cito- rekentoets en door middel van toetsregistratie op groepsoverzichten. Hierbij kunnen we zien of een leerling de gestelde doelen beheerst. Tevens dienen deze overzichten voor het vaststellen welke specifieke hulp een leerling eventueel nodig heeft.

Wereldoriënterende vakken

In de groepen 1 t/m 3 worden vakken als aardrijkskunde, geschiedenis en natuuronderwijs niet afzonderlijk gegeven. Daar worden onderwerpen behandeld die voor de jonge kinderen interessant zijn. Aan de hand hiervan wordt kennis en inzicht verkregen op het gebied van de wereldoriënterende vakken. Vanaf groep 4 worden de lessen afzonderlijk gegeven, maar hiervoor geldt dat het aanbod vooral een voorbereidend karakter heeft.

Aardrijkskunde

We starten met een nieuwe versie van de methode ‘Geobas’. Aardrijkskunde neemt de kinderen mee naar de wereld buiten hun eigen, directe omgeving. Het vak laat zien dat de wereld groter is dan gedacht. Andere delen van Nederland, Europa en de wereld worden gepresenteerd. Duidelijk wordt dat er veel verschillen zijn, maar dat er ook opvallende overeenkomsten zijn. Met de methode Geobas doen de leerlingen tijdens al die ontdekkingen veel inhoudelijke kennis en achtergrondinformatie op.

Bij het vak aardrijkskunde in groep 6 t/m 8 leren de kinderen Nederland, Europa en verschillende landen buiten Europa kennen. Ook krijgen zij inzicht in thema’s als klimaat, natuurverschijnselen, derde-wereld- problematiek,  enzovoort.

Geschiedenis

Het vak geschiedenis behandelt in grote lijnen de historie van Nederland vanaf de steentijd tot heden. Methode die gebruikt wordt is ‘Tijdstip’. Zo nu en dan worden er excursies gemaakt naar historische plaatsen in de eigen omgeving.

Natuuronderwijs

Voor de lessen Natuur en Techniek gaan we dit jaar over op een nieuwe methode: ‘Wijzer door Natuur en Techniek’. Met deze methode willen we met ons natuur- en techniekonderwijs de kinderen op een andere manier naar de natuur om hen heel leren kijken. Héél dichtbij is er héél veel te ontdekken. Planten en dieren, natuurwetten, gebouwen en apparaten vol techniek. En nog dichterbij: je eigen lichaam. Wijzer door natuur en techniek maakt die ontdekkingen nog boeiender door leerlingen zelf te laten experi- menteren en observeren.

Verkeer

De verkeerslessen worden gegeven onder de noemer van sociale redzaamheid w.o. verkeer. Voor verkeer gebruiken we de methode ‘Wijzer door het verkeer’. In groep 7 maken we tevens gebruik van materiaal van Veilig Verkeer Nederland en wordt de landelijke verkeerstoets afgenomen. Het praktisch verkeers- examen wordt door de ‘verkeersouders’ georganiseerd in samenwerking met de gemeente en de politie.

Engels

Voor Engels gaan we met ingang van dit schooljaar met een nieuwe methode aan het werk: ‘The Team’. Deze methode is ontwikkeld voor kinderen vanaf groep 5. De nadruk in deze methode ligt op het spreken en het luisteren. De leerlingen krijgen een beperkte woordenschat aangeboden.

Muziek

Muziek wordt vanaf groep 3 t/m 7 gegeven door een vakleerkracht. Ruim een half uur per week krijgen de kinderen de gelegenheid om muziek te maken: samen zingen, spelen op staaf- en ritme-instrumenten, volksdansen, enz. Ook leren ze hoe je muziek moet noteren.

Meester v.d. Put is aan onze school verbonden als muziekleerkracht. Hij geeft les op vrijdagmorgen. Daarnaast werkt de heer v.d. Put ook mee aan de maandsluitingen en andere vieringen.

Handvaardigheid en tekenen

Met handvaardigheid en tekenen laten we verschillende beeldelementen aan de orde komen, zoals: vorm, ritme, kleur, compositie, etc. Daarnaast is er een opbouw in materialen en technieken. Naast het product is het proces erg belangrijk. Het gaat erom dat de leerling zijn eigen creativiteit ontdekt en spelenderwijs diverse technieken en materialen leert hanteren.

Daarnaast kennen we de crea-middagen. In een aantal blokken per jaar wordt op een middag een variatie aan materialen en technieken aangeboden met medewerking van ‘crea-ouders’.

Sociaal emotionele ontwikkeling

Op school werken wij met de methode ‘Kanjertraining’. Met behulp van deze methode wordt er structureel gewerkt aan de sociaal emotionele ontwikkeling van alle kinderen. Op basis van rollenspel leren kinderen om te gaan met hun gedrag.

De lessen sociaal emotionele ontwikkeling kunnen worden aangepast aan de situatie in de klas. Op deze wijze proberen wij de kinderen de juiste aanpak te bieden, die ze nodig hebben. Op school zijn alle (vaste) leerkrachten bevoegd om de ‘Kanjertraining’ te geven in de klas.

Als een klas wat extra ondersteuning moet hebben op sociaal emotioneel gebied, wordt de hulp in geroepen van de preventief ambulant begeleider van het Samenwerkingsverband, Wim Zonnenberg. Deze ondersteunt de leerkracht en biedt, indien nodig, een sociale vaardigheidstraining aan en / of doet groepsvormende activiteiten met de klas.